Het is weer tijd voor de boeren om ons voedsel in te zaaien

Foto: LLTB-regio Zuid-Limburg

De LLTB-regio Zuid-Limburg wil zich meer gaan richten op de inwoners van de Zuid-Limburgse gemeenten om het in hun ogen negatieve sentiment over de landbouw te keren. Onvoldoende of onjuiste informatie is een van de oorzaken hiervoor. Vandaar dat zij hun kant van het verhaal in begrijpelijke taal willen vertellen en uitleggen wat er op het platteland gebeurt. En vooral waarom. Om op die manier ‘boer en burger’ weer dichter bij elkaar te brengen.

Zaaiproces

Maart is net achter de rug. De maand van het jaar waarin agrariërs de eerste gewassen gaan zaaien.
Het goede weer van de afgelopen weken heeft eraan bijgedragen dat de Zuid-Limburgse agrariërs vroeg in het jaar de eerste gewassen kunnen zaaien.
Tijd om eens kort stil te staan bij het zaaiproces op de vruchtbare Zuid-Limburgse grond.

De Romeinen wisten het al 2000 jaar geleden, “Zuid-Limburg je zal er maar wonen én boeren”. De vruchtbare lössgrond van de Zuid-Limburgse dalen biedt een meer dan uitstekende voedingsbodem voor een veelvoud aan gewassen.
In het voorjaar, als het warmer wordt en het bodemleven weer wakker en actief wordt, dan is het ook tijd voor de boer om weer op het land aan de slag te gaan.

De komende weken worden brouwgerst, suikerbieten, zaaiuien, aardappels en mais gezaaid. Vervolgens gewassen die vanaf de zomer (gerst) tot aan de winter (suikerbieten) geoogst worden.
Aardappels en mais worden iets later gezaaid. Deze gewassen kunnen slecht tegen de koude en wachten op aangenamere temperaturen.

Zaaien

Zaaien gebeurt uitsluitend op droge dagen. Als de grond opdroogt, wordt de bodem namelijk draagkrachtiger en is het mogelijk om met een trekker over het land te rijden zonder dat deze diepe sporen trekt en schade aan de bodem veroorzaakt.
De eerste stap van het zaaiproces is het bemesten van het land. Vervolgens wordt de grond losgetrokken. De zogenoemde Niet Kerende Grondbewerking (NKG) draagt bij aan duurzaam bodembeheer. Het grootste voordeel hiervan is dat dit tot een betere bodem leidt met een betere waterinfiltratie, minder droogteproblemen en dat erosie wordt tegengegaan.
Ten slotte kunnen de percelen worden ingezaaid. Nu is het hopen op een paar dagen van geen regen om de grond goed te laten opdrogen.

Bouwplan

De agrariër heeft voor zichzelf een bouwplan gemaakt. Dit plan geeft aan welk gewas wanneer en waar gezaaid wordt.
Waarom is dat belangrijk? Nou, de grond houdt van afwisseling. Twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op dezelfde grond zorgt voor uitputting en geeft ziektes de kans te overleven. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat aardappelen op hetzelfde perceel één keer in de vier – of liever nog zes – jaar worden geteeld. Rustgewassen als graan leveren minder op, maar zorgen wel voor de nodige afwisseling op de percelen. Doordat grond duur is in Nederland, komen landbouwers liefst zo snel mogelijk terug met hoogrenderende gewassen (aardappels, uien en bieten). Het bouwplan is op basis van jaarlijks rendement en afwisseling opgesteld.

Weer

Voor de agrariër is het weerbericht belangrijker dan voor wie dan ook. De weersinvloeden zijn naast de kwaliteit van de grond en grondbewerking allesbepalend voor de kwantiteit en kwaliteit van de oogst. ‘Groeizaam’ weer in deze periode betekent een goede start, maar is geen garantie voor een top opbrengst. Te veel neerslag, droogte of andere weersinvloeden kunnen nog flink roet in het eten gooien. Een goede oogst is van levensbelang voor de agrariërs en voor de maatschappij.
Weersinvloeden worden steeds extremer. Daarnaast laten recente pandemieën en oorlogen zien hoe snel de voedselzekerheid in de wereld onder druk komt te staan.